Signalisatiehesjes voor interventies op de openbare weg voorzien in het ontwerp van Koninklijk Besluit over persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.

Brandweer
Regelgeving
Verschillende brandweerdiensten hebben mails ontvangen van een leverancier waarin sprake is van de verplichting voor de brandweerlieden om signalisatiehesjes klasse 3 te dragen bij interventies op de openbare weg.

De Algemene Directie Civiele Veiligheid heeft een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale normen inzake de persoonlijke beschermingsmiddelen en de collectieve beschermingsmiddelen voor de leden van de brandweerdiensten opgesteld. Dit besluit is nog niet definitief en volgt nog de administratieve en budgettaire procedure.

In zijn huidige versie, zoals overlegd met de vakbonden, voorziet het ontwerp in het dragen van een parka klasse 3 (voor de afbakening) of een signalisatiehesje klasse 2 bij interventies op de openbare weg. Het betreft per definitie een minimale norm. Sedert kort zijn er signalisatiehesjes klasse 3 beschikbaar op de markt bij sommige leveranciers en de FOD WASO (werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg) beschouwt klasse 3 als de basisnorm voor alle interventies op de openbare weg, inclusief de afbakening. Het is dus aangeraden om zich ermee uit te rusten. Wij zullen het ontwerp van besluit aanpassen met het oog op het verhogen van de arbeidsveiligheid van de brandweerlieden en de leden van de Civiele Bescherming.

Hierbij lijkt het ons belangrijk de algemene principes van toepassing op de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen voor het brandweerpersoneel en de algemene principes inzake het welzijn op het werk evenals de standaard operationele procedure « beveiliging van de interventies op de openbare weg » die uitgewerkt werd door het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid (KCCE), te herhalen.

A. Principes : in de eerste plaats risicoanalyse

Zoals het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen aangeeft, moet elk type werksituatie het voorwerp zijn van een identificatie van de specifieke gevaren en van een evaluatie van de risico’s die aan deze gevaren verbonden zijn. Daartoe moet de werkgever een risicoanalyse uitvoeren en alle mogelijke risico’s van een bepaalde werksituatie in aanmerking nemen.

Bij de invoering van de preventieve maatregelen, bepaald op basis van deze risicoanalyse, is het belangrijk om de hiërarchie van de maatregelen te respecteren. Deze hiërarchie, die werd vastgelegd in artikel 5 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, bevat met name de volgende punten:

"b)de risico’s evalueren die niet voorkomen kunnen worden;

e)voorrang geven aan maatregelen inzake collectieve bescherming boven maatregelen inzake individuele bescherming" .

Indien er materiële preventiemaatregelen overwogen moeten worden, dan dient men eerst te zoeken naar collectieve beschermingsmaatregelen voor er gedacht kan worden aan persoonlijke beschermingsmaatregelen of persoonlijke beschermingsmiddelen.

B. Samenvatting van de interventieprocedure op openbare weg

1° Eerste stap: Collectieve bescherming

Ook al is het bij een aantal interventies vaak moeilijk voor de hulpdiensten om collectieve beschermingsmaatregelen te overwegen en te plannen, toch is het in het kader van de interventies op de openbare weg mogelijk een algemene procedure die deze collectieve beschermingsmaatregelen uitlegt, toe te passen.

Bijgevolg werd een algemene procedure inzake interventies op de openbare weg op punt gesteld en wordt deze prioritair toegepast.

Deze procedure beschrijft met name de noodzakelijke collectieve middelen op het vlak van de afbakening en de signalisatie van de interventieplaats (voertuigen, kegels, …) alsook de manier waarop deze afbakening opgesteld moet worden (hoe de afbakening beginnen, afstand tussen het afbakeningsvoertuig en de intervenanten, rekening houdend met de configuratie van de openbare weg en met de zichtbaarheid van de weggebruikers, met de aanwezigheid van bochten, van hellingen, …).

2° Tweede stap: Individuele bescherming en klasse 3

Punt 15 van bijlage II van het voormelde koninklijk besluit van 13 juni 2005 bevat de lijst van de activiteiten en de werkomstandigheden waarbij signalisatiekledij ter beschikking moet worden gesteld. Punt 15.3 is bedoeld voor de brandweerdiensten.

« Deze kleding wordt gedragen door werknemers van de brandweerdiensten, pechverhelpingsdiensten, eerste hulpdiensten en diensten voor dringende verzorging wanneer de omstandigheden en/of het tijdstip van de dag zorgen voor onvoldoende zichtbaarheid van deze werknemers».

De signalisatiekledij voldoet aan de norm NBN EN 471 betreffende de signalisatiekleding met hoge zichtbaarheid, die 3 klassen vastlegt.

Klasse 3 heeft het hoogste prestatieniveau en biedt bijgevolg de beste zichtbaarheid.

Om uitgerust te zijn met signalisatiekledij van klasse 3, is het dragen van een signalisatiehesje van klasse 3 in combinatie met de brandweerkledij nodig.

Om zich te conformeren aan de standaard operationele procedures « Bevrijding » en “aflegsysteem” van het KCCE, is het aangeraden dat de hesjes in ontzettingsvoertuigen/autopomp de volgende bijkomende eigenschappen bezitten:


- Ze bestaan in drie verschillende fluorescerende kleuren: geel, oranje en rood
(«  basisstof » genoemd).

  • De gele hesjes zijn bestemd voor de brandweerlieden en dragen een cijfer van 1 tot 5 op de rug en links vooraan naargelang de werkpost die bepaald wordt door voornoemde procedure;
  • De oranje hesjes zijn bestemd voor de chefs van de autopomp (onderofficier) en dragen het cijfer 6 op de rug en links vooraan;
  • De rode hesjes zijn bestemd voor de officieren en dragen het opschrift «officier» op de rug en links vooraan.

- Ze dragen de opschriften « brandweer » op de rug en rechts vooraan.

- De retroreflecterende stroken bestaan minstens uit een horizontale strook en 2 « bretelstroken » die de horizontale strook vooraan en achteraan verbinden langs de schouders. Deze zijn essentieel voor de zichtbaarheid ’s nachts.

De conformiteit van het hesje met klasse 3 moet verkregen worden, rekening houdend met alle opschriften op het hesje.
Als het hesje volgens de risicoanalyse van de werkgever eigenschappen inzake vlamweerstand moet bezitten, dan is de norm NBN EN ISO 14116 van toepassing.

Opleiding “beveiliging van interventies op de openbare weg”

Er bestaat een door de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid gesubsidieerde opleiding « beveiliging van interventies op de openbare weg » in de brandweerscholen. Wij raden u ten stelligste aan om de leden van uw brandweerdiensten in te schrijven voor deze opleiding, die hen van pas zal komen om adequaat te handelen bij een interventie op de openbare weg.